Differentiatie
Begeleiding in de klas (bij een standaard-les)
Aan het begin van de les is er een korte klassikale instructie. Zo heeft iedereen een idee waar de les over zal gaan. Daarna zijn de leerlingen vaak goed in staat om in te schatten hoe moeilijk of gemakkelijk ze de les vinden en kunnen ze een goed spoor kiezen (zie verder).
De leerlingen hebben de mogelijkheid om verlengde instructie te volgen als ze het nog niet zo goed begrepen hebben. De leerstof wordt dan nog eens stap voor stap uitgelegd in een kleine groep. Indien nodig worden enkele oefeningen samen gemaakt. Leerlingen die het al begrepen hebben, kunnen snel doorwerken. Onder meer door regelmatige zelfcorrectie, krijgen de leerlingen snelle feedback en kunnen ze vragen stellen indien er dingen niet duidelijk zijn. |
Sporenbeleid
Elk kind is anders. Ondanks dat de leerplandoelen hetzelfde zijn, worden deze bereikt met een programma op maat van elk kind. Daarom differentiëren we tijdens de les in de moeilijkheid en het aantal oefeningen dat de leerlingen maken.
Het is dus heel normaal dat niet altijd alle oefeningen gemaakt zijn. Om een correct beeld te geven, vragen we altijd aan het begin van de les op te schrijven welke oefeningen ze moeten maken. De leerlingen hebben zelf inspraak in welk spoor ze volgen, al worden ze hierin wel begeleid en gecoacht. Dit kan uiteraard verschillen van les tot les. Dit hangt af hoe gemakkelijk/moeilijk ze die les vinden. Hieronder vind je een kort overzicht van de 3 mogelijke sporen. |
Onze Joshi's
De oefeningen worden rustig en gestructureerd opgebouwd. We gebruiken hiervoor aanloopoefeningen. Nadien staan ze inzichtelijk sterker wanneer ze de kernoefeningen maken.
|
De vliegende Mario's
Er wordt snel gefocust op de essentie. Hiervoor gebruiken we vooral de kernoefeningen. We proberen voldoende herhaling in de lessen te steken, zodat ze de leerstof voldoende kunnen automatiseren.
|
Onze propellers
Er wordt vooral gefocust op extra verdieping. Naast de essentiële kernoefeningen, werken ze aan moeilijkere oefeningen. Vraagstukken zullen meer voorkomen of oefeningen zullen extra denkstappen vergen.
|
Ondanks dat de hierboven beschreven werking standaard is, kan er afhankelijk van de type les ook geopteerd worden om bv. slechts twee sporen te voorzien of klassikaal te werken. Bij elke les wordt nagedacht wat de efficiëntste weg is om de doelen te bereiken.
ZorghoekenwerkOp regelmatige basis wordt er in de klas een zorghoekenwerk gehouden. In overleg met de zorg wordt er per leerling een gedifferentieerd programma aangeboden in het hoekenwerk.
De inhoud van de hoeken kan heel divers zijn:
Een hoekenwerk helemaal op maat van de noden van de leerlingen! |
Individueel trajectHet kan ook zijn dat je voor een bepaald vak een individueel traject volgt. Er wordt gekeken naar de noden en aangepaste oefenstof voorzien.
Het kan dienen om meer tijd te geven voor leerstof en zo goed te kunnen automatiseren. Soms kan het ook dienen om leerlingen extra verdieping te geven. Na een individueel traject komt de leerling er sterker uit. |
|
Plusprojecten
Sommige leerlingen hebben nood aan extra uitdagingen. Zij krijgen uitdagende plusprojecten aangeboden.
Voorbeelden hiervan zijn:
|
De plusprojecten zijn erg leuk, maar vergen ook veel denkstappen, doorzetting, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
De projecten hebben een deadline die gehaald moet worden. Bovendien zijn deze niet vrijblijvend, want het resultaat hiervan komt met sterren op het rapport en moet voorgesteld worden aan de klas. Deze plusprojecten zijn een extra stimulans om de basistaken uit te voeren. Enkel als ze goed werken aan hun basistaken kunnen ze aan hun plusproject werken. Voor veel kinderen is dat een extra motivatie. |